Er is iets loos in het korenveld

Die zijn hier niet goed speculoos! Het is speculaas!

Eind achttiende eeuw worden de Zuidelijke Nederlanden geannexeerd door Frankrijk. Iedereen blij met het vooruitzicht op een toekomstige wereldbeker voetbal? Vergeet het. Na wat politiek getouwtrek volgen midden 1798 de eerste sporen van verzet. De Boerenkrijg is geboren, honderden mensen sterven. Ook in Hasselt. Bijna zeventig jaar later borstelde Jules Van Imschoot een stukje van de strijd op doek: ‘Veldslag in een korenveld’. 

Of het tafereel zich afspeelt in onze stad? De exacte locatie is niet helemaal duidelijk. Bij een eerder werk uit 1859 wel. ‘Slag bij Hasselt’ is Van Imschoots allereerste weergave van de Boerenkrijg, een kort maar beklijvend stukje geschiedenis. Hendrik Conscience is in 1853 de eerste schrijver die het beschrijft in zijn roman De Boerenkryg. Bij de schilders is die primeur weggelegd voor Van Imschoot. 


Koren op Jules’ molen

‘Veldslag in een korenveld’, uit 1864, is wellicht geïnspireerd op het boek van Conscience. Want daarin is sprake van een gevecht in een veld waarbij opstandelingen een Franse legereenheid het leven zuur maken. Opvallend, want ondanks hun beperkte strategische kennis wisten de boerenkrijgers – ook wel brigands genoemd – dat ze een confrontatie in een open vlakte moesten vermijden. De meeste gevechten speelden zich daarom af in bosrijke en moerassige gebieden. Ook de bewapening met geweren in plaats van de gebruikelijke rieken en zeisen doet vermoeden dat Van Imschoot het werk van de beroemde Antwerpse schrijver met veel plezier had gelezen. Al zag hij één detail over het oog: in de periode van de Boerenkrijg, van oktober tot december, groeide er geen koren meer.
 

Schilderij van een veldslag te paard in een korenveld
Boerenkrijg, Jules van Imschoot, collectie Het Stadsmus

Vaderlandsliefde

Op zijn beurt was Van Imschoot een inspiratiebron voor andere beeldende kunstenaars. Niet zozeer uit medeleven met de gesneuvelden, eerder om de vaderlandsliefde van het volk aan te wakkeren. Net zoals dat ook de stille ambitie was bij werken over de Guldensporenslag, de Belgische onafhankelijkheidsrevolutie en het leven van keizer Karel. Tijdens  de nakende annexatie van het verfranste België door het Frankrijk van Napoleon III was de Boerenkrijg een prima kapstok om de eigenwaarde van de Vlamingen en zo de Belgische onafhankelijkheid te beschermen. 


Monument, kapel en straat

Na grondige verdieping in romans, krantenartikels, gedichten en studies ging ook Hasselaar Djef Swennen aan de slag met het thema. Zijn schilderij ‘Zegening van de Boerenkrijgers op de Grote Markt’ uit 1899 herdenkt de bloedige ontknoping van de Boerenkrijg, net zoals het statige monument op het Leopoldplein dat doet. Op 4 december 1798 verzamelden jonge brigands zich rond Hasselt. Het was marktdag. Opvallend veel boeren liepen over de markt met een hooivork onder hun mantel. Ze lieten 3000 brigands binnen via de Luikerpoort en die maakten zich meester van de stad. Daags nadien drongen de Fransen binnen via een bres. De brigands sloegen op de vlucht, maar werden ingehaald bij Klein Lindeke. Wat volgde was een bloedbad. 600 boeren lieten het leven. De krijg was ten einde. Op de plek waar in 1850 een massagraf met een zestigtal menselijke resten werd gevonden, richtte mevrouw Bamps-Lebon, eigenares van de vindplaats, de Kapel van Hilst op. De Boerenkrijgsingel maakte in 1954 de nagedachtenis aan de strijders van weleer helemaal rond.
 

Dit schilderij kan je op dit moment jammer genoeg niet in ons museum bewonderen. Het wordt bewaard in het depot van Musea Hasselt.