Kamp Rinus in de Cambrinus

Het zal je maar overkomen: je drinkt een pintje in je stamcafé en voor je het weet sta je vereeuwigd in een werk van Rinus Van de Velde. Zo verging het enkele Hasselaren die te zien zijn in het indrukwekkende ‘Once again the artist militia meets in an unruly group portrait’, oftewel Nachtwacht 2.0. Het decor van dit liederlijke tafereel? Het legendarische volkscafé Cambrinus. Of de man aan de lijn het over een nieuwe Hasseltse baseline of het verloop van de fusiegesprekken met een buurtgemeente had? Dat zal voor altijd een mysterie blijven.

Onze marketeers dachten aan Hoofdstad van de Schaak, burgemeester!
Zwart-witte houtskooltekening van het interieur van café Cambrinus, met verschillende stamgasten, waaronder de kunstenaar Rinus Vandevelde zelf
Rinus Van de Velde, Once again the artist militia meets in an unruly group portrait, collectie Het Stadsmus

Rinus Van de Velde wordt ook weleens de James Dean van de Belgische kunst genoemd. Begrijpelijk, want naast de fysieke gelijkenissen, heeft ook rebel Rinus de eeuwige sigaret in de mond én is hij een enorme workaholic. Al herkent de kunstenaar zich meer in een ander Amerikaans enfant terrible: schaker Bobby Fischer. Rinus maakte zelfs een reeks werken waarin hij die verving door een beeltenis van zichzelf. IJdelheid? Nee, dromerigheid!

Gebaseerd op nooit gebeurde feiten

In die reeks, tegelijk ook zijn eigen fictieve biografie, beschrijft Rinus een soort alternatief bestaan boordevol gebeurtenissen die hij nooit meemaakte. Om die fantasiewereld vorm te geven, laat hij zich fotograferen in een zelfgebouwd decor. Die beelden zet hij dan om in reusachtige houtskooltekeningen op doek. Auteur Koen Sels versterkt zijn verhaal met tekst en uitleg. Maar voor Nachtwacht 2.0 wilde de kunstenaar eens een denkbeeldig avontuur vastleggen op een bestaande locatie. Zijn oog viel op een authentiek bruin café, en wat voor een: ‘onze’ Cambrinus in de Dorpsstraat.


Hasselaren op doek

De Cambrinus is een vast begrip in Hasselt. Niet verwonderlijk, want het volkscafé bestaat al meer dan 130 jaar. Het vaste cliënteel bestaat uit tooghangers van allerlei pluimage: jong, oud, van kunstenaars tot ambtenaren. Rinus kon dus geen betere omkadering kiezen voor de vereeuwiging van het fictieve kunstenaarscollectief van Nachtwacht 2.0. We zien hemzelf als (ladderzatte) protagonist, een aantal van zijn vrienden, maar evenzeer enkele vaste stamgasten van Café Cambrinus. Jazeker, er lopen enkele Hasselaren rond die kunnen zeggen dat ze getekend zijn door Rinus Van de Velde!


Unicum

Wie stiekem hoopt om hier in Hasselt zelf te figureren in een werk van Van de Velde, is eraan voor de moeite. Zijn uitje naar Hasselt was een eenmalig feit. Hij koestert zijn imaginaire wereld en blijft die vastleggen vanuit zijn atelier aan de hand van foto’s, knipsels, boeken en documentaires. Want de fantasie is voor hem belangrijker dan het echte leven. Waarom dat zo is? “Omdat je in je gedachten nu eenmaal meer kunt meemaken dan in de werkelijkheid. En iedereen kunt ontmoeten die je wil.” 

 

'Once again the artist militia meets in an unruly group portrait' is een kunstwerk uit de collectie van Het Stadsmus. Je kan het bewonderen in de grote inkomhal van stadhuis ’t Scheep. Stap er gerust binnen tijdens de openingsuren. En ga vervolgens de sfeer van het werk eens opsnuiven in Café Cambrinus. Volgens de artiest een écht bruin café, met elementen die hij – naar eigen zeggen – zelf nooit zou verzinnen. 

Houtskooltekening van Rinus Van de Velde met de aanduiding van de namen van de afgebeelde mensen
Uitleg over de mensen/personages op de tekening

Tekst onderaan de tekening

'Once again the artist militia meets in an unruly group portrait, a bubble of seamless babble, high and low pitches, awkward laughter, strong words and soft gestures, equally disorienting, sounds mixing with the smell of smoke, beer, coffee, cheese and ham sandwiches, a poor man’s banquet. An amalgam, an abundance of borderless stimuli bouncing off the walls, the flyers and the posters drenched in bodily fluids, a chemistry, construction, Cabaret Voltaire in a provincial town. We are portrayed as the characters you asked us we wanted to be, holding the props you provided, stuck in a pose we would only make in front of a mirror or camera: arrogant, blank, funny, tough, sad faces. There’s no-one to judge our vanity here. Crossbowmen, art history, a soap opera cast. In order of appearance, more or less clockwise: the drunken philosopher, a friend in a tight robot suit, Paul McCarthy and a butt plug, an good-looking friend from back when, Bruce Nauman, Herman Nitzsch and Marina Abramovic, the artist’s assistant, David Hockney, Nan Goldin and Jean-Michel Basquiat, the scruffy Brancusi replica, an unimpressed stranger, Henri Rousseau and a seagull, Alice Neel and another bird, the unimpressed stranger’s shadow, a third friend’s girlfriend holding a stick, Keith Harring, the weary artist himself and his failed sculpture, Bas-Jan Ader in his favorite sweater and shirt, and in the centre the journalist type-writing and the gallerist on the phone, connecting to the outside world, playing their game of misinterpretations. Keep still now! Our gazes shoot lines across the room, tying it together, tightening the image. It’s holy Saturday, I’m off for a cigarette. Keep it fun, Bas-Jan! And are these eggs edible? So yet another beer on this ungodly hour? But the sarcastic jokes and complaints can’t hide that we really enjoy this. We are in this together, once again.'